Naaktheid bij Christenen
In het Christendom speelt het verhaal van Jesus een belangrijke rol, die het lot van de omgang met naaktheid wezenlijk heeft bepaald. In het verhaal van de heilige Franciscus van Assisi is de rol van het naakt-zijn vergelijkbaar met die in andere culturen.
- Naaktheid als vernedering. De naaktheid van Jezus als
gemartelde en gegeselde staat voor naaktheid als straf en teken van diepste vernedering. Deze vorm van naaktheid bleef ook later behouden en werd in de Middeleeuwen gehanteerd door mensen als straf naakt aan de schandpaal te zetten; ook in onze dagen worden foltermethoden gebruikt waarbij de gefolterde naakt is, of poseren soldaten als overwinnaar met naakte gevangen of gedode tegenstanders.
De naaktheid van Jezus als gekruisigde symboliseert de continuering en de intensivering van de vernedering tot de dood erop volgt.
Vanaf het begin van de geschiedschrijving tot heden vindt men steeds weer verslagen van allerlei vormen van het doden van mensen (kruisigen, onthoofden, fusilleren etc. etc.), waarbij de ter dood veroordeelde altijd eerst al zijn kleren uit moet trekken, zodat hij demonstratief zijn laatste minuten steeds zo smadelijk mogelijk zal beleven. - Naaktheid als askese. De naaktheid
van de heilige Franciscus als symbool voor het afzien van alle aardse goederen en de volledige overgave aan God. Tijdens een rechtszaak op de markt van Assisi distantieert Franciscus zich geheel van zijn vader, een welvarend koopman, trekt zijn kleren uit en geeft ze aan zijn vader terug.
Hier is naaktheid een uitdrukking van askese, zoals ze al eeuwen voordien in het janaïsme en het boeddhisme is ontwikkeld en in de klassieke oudheid in de naakte leefwijze van filosofen als Diogenes in praktijk werd gebracht. Een vorm van naaktheid die in de Middeleeuwen op haar beurt door talrijke kluizenaars en monniken wordt geïmiteerd.
De sociale ethiek van het katholicisme
- Naaktheid als lofprijzing van de goddelijke schepping
Karol Wojtyla (1920-2005), de latere paus Johannes Paulus II, was van 1953 tot zijn verkiezing tot paus in 1978 docent Ethiek aan de Katholieke Universiteit van Lublin in Polen. In zijn studies komt hij o.m. de nieuwe duiding van de sociale ethiek door de katholieke kerk tegen van Jacques Maritain, die in de moderne interpretatie ook wel de 'ethische rechtvaardiging van de democratie' wordt genoemd: democratie is volgens Maritain de moderne vorm van regeren waarbij de waardigheid van de mens het meest wordt geacht. Wojtyla doceerde sinds 1954 ook moraaltheologie en sociale ethiek aan de universiteit van Krakau.
In deze tijd schreef hij zijn boek “Liefde en Verantwoordelijkheid”, dat als standaardwerk voor de katholieke sociale ethiek wordt beschouwd. In dit boek is de volgende definitie ten aanzien van de naaktheid van de mens te vinden: “Omdat het menselijke lichaam door God is geschapen, kan het naakt en onbedekt blijven en bewaart het onaangeraakt zijn pracht en schoonheid.” Het naakte menselijke lichaam mag dus als een vorm van lofprijzing van de goddelijke schepping worden gezien. Verder schrijft Wojtyla: “Naaktheid als zodanig mag niet gelijkgesteld worden aan fysieke schaamteloosheid.” De katholieke sociale ethiek beschouwt naaktheid als zodanig dus niet als iets waarvoor men zich moet schamen; het naakt-zijn kan dan ook pas door bepaalde ermee gepaard gaande activiteiten een bijverschijnsel van een schaamteloze handelwijze worden.
In een ander citaat uit het boek wordt naaktheid duidelijk gescheiden gezien van onfatsoenlijkheid: Van onfatsoenlijkheid is pas sprake wanneer naaktheid een negatieve rol speelt als het om de waarde van een afzonderlijke mens gaat.” Ook hier wordt naaktheid op zichzelf niet als onfatsoenlijk, dus als fatsoenlijk gezien. Van gebrek aan fatsoen is pas sprake als naaktheid als middel wordt gebruikt om iemand te kleineren of te vernederen, bijv. wanneer iemand wordt gefolterd.
De katholieke sociale ethiek geeft daarmee blijk van een instelling die heel open staat tegenover naaktheid. Een instelling die behoorlijk in de buurt komt van die van naturisten.
Ga verder: Boeddhisme en hindoeïsme