banner_natury.nl

Er zijn in de jongste Duitse rechtsgeschiedenis Justitiaslechts enkele vonnissen te vinden waarin naakt zijn als overtreding wordt veroordeeld. Bekend is de zaak tegen de 'naaktloper van Freiburg', Peter Niehenke.

De complete motivering van het vonnis als PDF, gepubliceerd door Peter Niehenke en door hemzelf van accentueringen voorzien.

Citaat: "Hiervan [dat er sprake is van een overtreding, opm. van de auteur] is volgens de jurisprudentie van de voor de interpretatie van bepalingen over geldboetes bevoegde gewone rechters in die gevallen sprake waarin de schaamte en het fatsoensgevoel van de ongewenst met de naaktheid van anderen geconfronteerde personen blijvend wordt geraakt, zoals dit bij het presenteren van een ongekleed menselijk lichaam op openbare wegen en pleinen in principe het geval is, zonder dat het daarbij alleen op de het geslacht bepalende lichaamsdelen aankomt." (Gerechtshof Karlsruhe, NStZ-RR 2000, 309 ff.). 

Het valt op dat hier gesproken wordt van 'presenteren van een ongekleed menselijk lichaam'. Niehenke heeft zichzelf echter niet gepresenteerd, maar gejogged, en getuigen konden zelfs niet eenduidig verklaren of en hoe hij zijn genitaliën bedekt had. Zo snel was hij immers langsgelopen. 

Merkwaardig is ook het feit dat er in de procedure geen rekening is gehouden met de relatie tussen de Duitse wetgeving en de christelijke religie met haar normen en waarden. Volgens de katholieke ethiek is eenvoudige naaktheid immers helemaal niet onfatsoenlijk en dus ook geen al dan niet in ernstige mate ongewenst gedrag. Er had dus helemaal geen veroordeling wegens een overtreding van artikel 118 van het 'Ordnungswidrigkeitengesetz' kunnen plaatsvinden.

En dan is er ook nog de uitdrukkelijke vermelding 'openbare wegen en plekken'.

Citaat: "Volgens de constateringen liep de 52-jarige betrokkene gedurende de periode van februari tot oktober 2001 in totaal zes keer zo goed als ongekleed rond in het stadscentrum en de buitenwijken van Freiburg en in Umkirch." Het ging hierbij dus om naaktheid binnen de bebouwde kom en niet bijv. om natuurbewust wandelen in de vrije natuur, in natuurparken of beschrmde natuurgebieden.

Citaat: "Het doet ook niet ter zake of voorbijgangers er inderdaad overlast van hebben ondervonden." Hiermee wordt door de allerhoogste instantie bevestigd dat de gevoelens van individuele of meerdere personen er niet toe doen of er inderdaad sprake is van een overtreding of niet. Dit blijkt echter ook rechtstreeks uit de tekst der wet, waarin immers het begrip 'algemene overlast' wordt gebruikt.

We willen het volgende punt uit het vonnnis van het 'Oberlandesgericht' in Karlsruhe, waarop men zich tegenwoordig in talrijke waarderingen en administratieve instructies beroept, eens nader onder de loep nemen:

In de motivering van het vonnis wordt gesteld dat "het schaamte- en het fatsoensgevoel van de ongewenst met de naaktheid van vreemden geconfronteerde mens blijvend geschaad wordt". Ieder fatsoenlijk mens kijkt bij zijn medemens naar het gezicht en daarbij neemt hij diens mogelijke naaktheid niet waar dan wel let hij er niet eens op. Alleen aanhangers van het naturisme en voyeurs kijken bij anderen eerst naar de geslachtsdelen in plaats van naar het gezicht. Het onfatsoen ligt dus niet bij de naakte wandelaar, maar bij de voyeuristische passant die zijn nieuwsgierige blik niet in bedwang kan houden.

In de motivering uit het jaar 2000 staat verder nog: "De meningen over de vraag of het schaamtegevoel van het publiek in deze zin is geschaad, worden echter ingegeven door de geest van de tijd en kunnen dus in de loop der jaren veranderen.De rechtspraak dient zich echter niet naar de opvattingen van bijzonder preutse pf ongewoon ruimdenkende kringen te richten (BGHSt 3, 295; 23, 40 vv.)..." Destijds zag de rechtbank dus klaarblijkelijk geen aanleiding om van een verandering in de meningen over het schaamtegevoel uit te gaan en dit in haar vonnis mee te nemen. Nu (in 2017) staat hier tegenover dat, alleen al in Duitsland, er jaarlijks zo'n 50.000 individuele kilometers naakt wordt gewandeld en dat het gebruik van het naaktwandelen sinds 2008 dankzij talrijke tv-rapportages en krantenartikelen voor het brede publiek een vertrouwde zaak is geworden.

De president, Dr. Henninger, ging kort na dit vonnis met pensioen. Onder juristen leefde destijds algemeen de inschatting dat een vonnis als dit in de justitiële wereld niet meer voor te stellen was.

 

Het bestuursgerechtshof van de deelstaat Baden-Württemberg betoogt: "Zowel het geslachtsdeel als het zitvlak van de mens behoren tot de menselijke schaamdelen die niet te pas en te onpas in het openbaar getoond mogen worden."

Maar dit inzicht betekent omgekeerd ook dat er volgens de opvatting van het hof zeer zeker ook tijden waarop en plaatsen zijn waar het geslachtsdeel en het zitvlak in het openbaar zichtbaar mogen zijn. Naar alle waarschijnlijkheid bedoelden de rechters daarmee natuurparken en beschermde natuurgebieden - plaatasen dus waar de natuur - en daarmee ook de menselijke natuur - uitdrukkelijk beschermd is.

Dit betekent feitelijk dat op ons principe, bloot te kunnen wandelen, te fietsen of te joggen in de vrije natuur, in natuurparken en beschermde natuurgebieden volgens dit vonnis van de hoogste instantie, artikel 118 van de 'OWIG' juist níet van toepassing is.

Hier dient te worden opgemerkt dat vele politici er al jaren voor pleiten om artikel 118 van de Duitse 'OWIG' vanwege klaarblijkelijke onzinnigheid helemaal af te schaffen. Alle voor vervolging in aanmerking komende vergrijpen vallen immers al volledig onder artikel 183 van het Duitse wetboek van strafrecht. Maar tot op heden heeft de wetgever dit pleidooi nog niet in de praktijk omgezet.

Opmerking: De beslissing of er in het afzonderlijke geval sprake is van een overtreding of niet, is een zaak van de bevoegde rechter. Of een politieagent of een andere bevoegde handhaver een overtreding constateert, wordt pas een rechtsgeldigheid als de betrokkene ermee akkoord gaat.

 

En nog een paar opmerkingen:

Schrijver dezes is geen jurist.

Ik heb aan Axel Geertz toestemming gegeven, mijn in een eerdere versie van dit artikel weergegeven argumentatie te kopiëren en in een procedure te gebruiken die een plaatselijke instantie vanwege zijn blote wandelingen in de omgeving van zijn woonplaats tegen hem had aangespannen. Nadat Axel deze argumentatie aan de bewuste instantie had voorgelegd, werd de zaak geseponeerd. Daarmee is dus gebleken dat de argumenten voldoende overtuigend zijn.

Axel Geertz heeft de van natury.de gekopieerde argumenten op zijn website geplaatst zonder de bron aan te geven. Via Google en andere zoekmachines wordt dit bestand regelmatig aangeboden.